Je bekijkt nu Etappe 21

Etappe 21

Lichtmis – Staphorst (14,8 km)

Een drukke dag vandaag: niet alleen ga ik een etappe van het Westerborkpad lopen, ik ga ook naar mijn vakantieadres.
Komende week ben ik in Drenthe om vandaaruit het Westerborkpad verder af te lopen.
’s Ochtends is het dus niet alleen mijn wandeltas in de auto gooien, maar ook mijn verdere bagage. Na een kop koffie gedronken te hebben en afscheid van Freerk te hebben genomen, stap ik in de auto.

Staphorst is het wandel- en autodoel voor vandaag.
Ik ben ruim op tijd in Staphorst, zo ruim dat ik nog 50 minuten op de bus moet wachten. Aangezien het vakantie is, rijdt deze nu maar 1x per uur.
Hier was ik al wat op voorbereid, ik heb nu ruim de tijd om mijn nieuwe wandelschoenen aan en kniesleeve om te doen en daarna op een bankje in de zon mijn ontbijt te nuttigen.

Wanneer de bus er is, is het een privé bus, er zit niemand in. Ja, behalve de chauffeur dan.
Deze gezelligheid blijft zo tot mijn bestemming: Lichtmis.
Op zoek naar het eerste Westerbork stickertje… gevonden. De tocht kan beginnen.
Het begint met een lange rechte weg, en daar zullen er vandaag nog meer van komen. Soms asfalt en soms niet.

Al snel wordt het te warm om mijn vest aan te houden en stop ik het in mijn rugzak. Waarom heb ik dat ding überhaupt meegenomen? Ik heb het net een kwartier gedragen. Het ding had net zo goed thuis of in de auto kunnen blijven.
Wanneer ik langs een veld loop, zie ik midden in het veld op een houten constructie een Westerborkpad sticker zitten. Het lijkt me toch niet de bedoeling dat ik hier het veld in loop? Ik kan me niet voorstellen dat de bijbehorende boer hier blij mee is. Wanneer ik op de kaart kijk, zie ik dat er eens stukje verder een gewoon pad naar links is. Laat ik dat maar nemen.

Ik loop verder door het Overijsselse landschap, zoals ik al schreef: veel rechte wegen. De variatie zit in de ondergrond en soms ga ik links-rechts naar de volgende kruising en de andere keer is het rechts-links.

Uiteindelijk beland ik ook weer naast het spoor.
Het Spoor dat letterlijk en figuurlijk de route bepaald die ik loop.
Het Spoort dat zo van betekenis is geweest tijdens de oorlog.
Het Spoor dat zo veel verdriet heeft gebracht.
Het Spoor
Het Spoor dat nu nog steeds loopt
Het Spoor dat onmisbaar is
Het Spoor dat nu gelukkig een zeer positieve kant heeft.

Het voormalig werkkamp ‘Het wijde gat’ is mijn eerste echte pauze. Een bijzonder punt om te gaan zitten, maar de picknickbanken en de tekst op de borden nodigen iedereen van harte uit om dit te doen.

De barakken van Het wijde gat zijn niet meer aanwezig. Is het bos zijn de locaties van de verschillende barakken aangegeven met gekleurde paaltjes en touwen. Op die manier kun je ertussendoor lopen en een beetje het gevoel krijgen hoe het was.
Net als alle andere werkkampen is ook dit kamp op 3 oktober 1945 leeggehaald en is iedereen op transport gezet naar Westerbork. En zoals op vele plaatsen is ook hier niemand teruggekeerd.

Er zit iets te prikken in mijn linkerschoen, er zal wel een heel klein takje of steentje zich via de bovenkant erin gewerkt hebben. Schoen en sok uit en alles uitkloppen en afvegen. Schoenen weer aan en … het zit er nog steeds. Niet zo dat ik er niet mee kan lopen, dus laat ik het maar. Het is wat irritant, maar meer ook niet.

Na Het wijde gat loop ik verder naar Staphorst. Ondertussen is het alleen maar warmer geworden en loop ik te zweten. Ik laat nog net geen spoor van druppels achter me.
Er zijn mensen die Nederland vol (te vol) vinden. In de Randstad snap ik dat, maar hier? Ik kom werkelijk geen enkele wandelaar tegen. Een paar lokale fietsers op weg naar iets en af en toe een tractor. Dat is het menselijk contact dat ik heb.

Dieren zie ik wel verschillende, sommige zijn heel enthousiast en willen graag op de foto gezet worden en anderen doen net alsof ze me niet zien (of willen dat niet) en blijven lekker ver weg in hun wei staan.

In Staphorst loop ik langs typische Staphorster boerderijen met hun kenmerken kleuren: Groen-witte luiken en een blauwe onderkant.
Er wordt ook een boerderij gerestaureerd. Al is dat een groot woord. Het enige dat nog staat de is originele voorgevel. Dan weer wel inclusief gehaakt gordijntje erboven.

Hierna is het nog een klein stukje naar de auto. Daar kan ik fijn mijn schoenen uit- en sandalen aandoen. Dit alles terwijl ik geniet van een koude 0% Radler uit de koelbox.
Shit, nieuwe schoenen = blaren blijkt nu. Dat geprik dat ik voelde was het ontstaan van een blaar aan de onderkant van 2 tenen. Straks bij het huisje maar verzorgen, nu zitten ze veilig in een open sandaal.

Bij RCN Noordster heb ik een kampeerchalet gereserveerd. Een kleine knusse accommodatie. Niet luxe, wel leuk. Alles wat ik nodig heb komende week is aanwezig: een bed, een keuken, een douche, een wc en een overdekt terras. Mijn hutje.


Douchen en zitten en bijkomen. O ja, blaren vragen ook aandacht. Zit er stiekem ook nog een grote op mijn andere voet, die had ik niet eens gevoeld. Het zijn ook altijd die stille types die uiteindelijk de meeste aandacht vragen.

’s Avonds was ik nog van alles van plan, maar mijn lijf denkt daar toch echt anders over.
Oogjes dicht en snaveltjes toe.

Komoot: Westerborkpad etappe 21

Geef een reactie